Midden 19e eeuw: Heinrich Schliemann verwierf roem en rijkdom meer als een zeer succesvolle zakenman dan als een beroemd historicus. Maar al sinds zijn vroege jeugd wordt Schliemann geïnspireerd door een droom: het Troje vinden dat Homerus beschrijft. Aangekomen in Griekenland ontmoet hij de 18-jarige Sophia en verhuist met haar naar de opgravingslocatie. Daar moet hij herhaaldelijk de sluwe plannen van zijn tegenstanders ontwijken totdat hij eindelijk zijn doel bereikt. Schliemanns hoop om Priamus' schat alsnog te vinden in de resterende tijd brengt hem en Sophia in groot gevaar, en een race tegen de klok begint...